Van koffie en koek naar gezamenlijk pionieren in duurzame nieuwbouw
Het is een unieke regionale samenwerking en, als het aan de betrokken partijen ligt, een voorbeeld voor toekomstige nieuwbouwprojecten. In Stationskwartier Dijk en Waard worden ruim 1000 nieuwe woningen aangesloten op het duurzame energienet van Duurzame Ring Heerhugowaard (DRH). Op 1 oktober hieven de samenwerkingspartners het glas om de start van deze grootschalige aansluiting feestelijk te vieren. Na Stad van de Zon is dit een van de meest innovatieve duurzame oplossingen in gebiedsontwikkelingen in gemeente Dijk en Waard.
Koffie, koek en compromis
Dat er iets te vieren valt, is zeker. Want hoewel er alweer wordt overgegaan tot de orde van de dag, hebben de betrokken partijen iets bijzonders voor elkaar gekregen. Een zeldzame samenwerking tussen Duurzame Ring Heerhugowaard, projectontwikkelaars, woningcorporaties, aannemers en de gemeente. Het project wordt gezien als voorbeeld voor toekomstige gebiedsontwikkelingen, maar de samenwerking was allerminst vanzelfsprekend en zeker niet snel beklonken. “Het heeft heel wat kopjes koffie en gevulde koeken gekost,” vertelt projectontwikkelaar Sebastiaan van Zoelen van De Geus Bouw uit Broek op Langedijk, ontwikkelaar van 2 van de 7 complexen die aangesloten worden op het duurzame energienet. Het is een luchtige manier om te zeggen dat de gesprekken niet altijd even soepel verliepen. De grootste uitdaging van dit project: alle partijen, met hun eigen belangen en prioriteiten, de meerwaarde te laten inzien van de samenwerking.
Verwarmen en verkoelen
In het Stationskwartier worden 7 wooncomplexen aangesloten op het duurzame energienet van DRH. De warmte is afkomstig van de restwarmte van azijnfabrikant Burg Group, die warm water levert van maximaal 25 graden. Het systeem werkt in combinatie met opslag van warmte en koude in de grond. De ruim 1000 woningen in de 7 woontorens worden vanuit een centrale technische ruimte, in de kelderbak van een van de torens, bediend. Hier wordt het warme water verder verwarmd door centrale warmtepompen. Op momenten dat er bijvoorbeeld veel duurzame stroom beschikbaar, wordt het opgewarmde water opgeslagen in grote buffervaten. In de zomer worden de woningen met het koele water uit het systeem gekoeld.
In de enorme technische ruimte is rekening gehouden met het minimaal belasten van het energienet tijdens de piekuren. “We ontwerpen momenteel een aansluiting die neerkomt op minder dan 1 kilowatt elektrisch vermogen per woning (op z’n hoogst) voor de levering van warm tapwater en het verwarmen en koelen van de woonruimte. In grote delen van de tijd is het nog veel lager,” vertelt Marvin Boom, technisch directeur van engineering- en installatiebedrijf Kodi, het bedrijf dat de technische installatie in het gehele traject verzorgt. Ter vergelijking: een normale warmtepompwoning vraagt bij piek 2 tot 6 kilowatt (afhankelijk van de isolatiewaarde van de woning).
Liander juicht: voorbeeld voor het land
Het is dan ook niet verwonderlijk dat netbeheerder Liander niets dan lof heeft voor deze samenwerking. “Het is een voorbeeld van wat wij op de korte termijn landelijk als standaard willen voor nieuwbouw,” aldus Wouter Klomp, relatiemanager publieke sector bij Liander. Onlangs bracht de netbeheerder een statement uit naar Het Rijk waarin ze pleiten voor warmtenetten als nieuwe norm bij de grote nieuwbouwambities van Het Rijk. “Omdat woningen aangesloten aan dit systeem minder capaciteit van het net vragen, kunnen er simpelweg meer woningen worden gebouwd.”
Trotse koplopers
“Ik denk dat we hier te maken hebben met koplopers als het gaat om netbewuste nieuwbouw,” vervolgt de relatiemanager van Liander. Projectontwikkelaar Van Zoelen benadrukt hoe trots hij is op het slagen van het project. “In mijn ogen is dit een landelijk voorbeeld van hoe je dit op andere plekken zou kunnen uitrollen. Ik denk dat dit succes een mooie les is voor ons als ontwikkelaar, maar ook voor gemeenten, duurzame warmteleveranciers en de netbeheerder.”
Duurzaam en betaalbaar
Ongeveer een derde van de woningen die hier gerealiseerd worden, wordt afgenomen door woningcorporaties. Nina Viegers, van Kennemer Wonen: “Voor ons als corporaties, en nog belangrijker voor onze huurders, is betaalbaarheid essentieel. We investeren veel in duurzaamheid, maar altijd ten dienste van die betaalbaarheid. Soms was het in dit traject enorm zoeken naar waar we elkaar konden vinden in dit aspect. Dat was schuren, de kosten en belangen in elkaar brengen. Maar juist door het gesprek te blijven voeren, is dat gelukt.”
Gemeente houdt alles in de lucht
Viegers benadrukt hoe belangrijk de gemeente was voor het slagen van het project. “Sandra Groenveld van de gemeente zorgde ervoor dat we steeds weer samen aan tafel kwamen.” Ook Van Zoelen ziet de gemeente als een essentiële schakel in het traject. “Een woningcorporatie heeft een ander belang dan een ontwikkelaar, een beleggende partij weer een ander dan een aannemer. Het is belangrijk dat die belangen in balans blijven op een eerlijk speelveld. De gemeente hield daarbij het overzicht, zag waar het goed ging en greep in als dat nodig was. Het is een waardevolle les: belangrijk is dat je respect houdt voor elkaars waarden en dat iedereen open en eerlijk blijft over zijn of haar belangen.”